De weg voorbij naar Santiago de Compostella - door Maarten van Rooy

Gevaarlijk boekje of wereld van herkenning?

De weg voorbij moet je niet lezen als je niet het risico wilt lopen zaken om te gooien en zelf op weg te gaan…
Voor mensen die er geweest zijn is het een wereld van herkenning en herbeleving.

De (pelgrims)tocht naar Santiago de Compostella is zon, Spanje, optimisme, onsterfelijkheid, het eindeloos reizen waar richting vervaagt en het onderweg zijn het ware is. Of je nu als pelgrim op weg gaat, of vanuit ander, niet-religieuze overwegingen. Uiteindelijk kom je ergens aan, als het moet in Santiago.

Santiago is een levensmetafoor. Elke dag weer verder, een volgende etappe. Wel vaak heel anders dan je aan het begin ervan denkt of verwacht, maar dat is in het leven ook zo. Je kunt  wel 170 kilometer willen fietsen, maar als het onweert blijf je binnen. Dan wordt het improviseren en je stelt de ‘schema’s’ bij. Uiteindelijk kom je toch gewoon in Santiago op de manier zoals die op dat moment bij je past. Go with the flow, gebaseerd op een vast vertrouwen in mens en natuur. Je mee laten voeren door de onontkoombare en onzichtbare krachten. Dit kost nauwelijks energie en je ziet alles wat er om je heen is en gebeurt. Tijdens zo’n tocht leef je dan met de dag nadrukkelijker ‘in het moment’. Zo duren de dagen plezierig lang en lijken in het beste geval niet over te gaan. Soms is morgen dan zo ver weg.

Santiago is een reis van gele korenvelden, zinderende hitte, gouden zon en verre einders, waarachter weer verre einders. Een reis van bijna  permanente verwondering over de schoonheid dat wat je vaak over het hoofd ziet. Een reis van onverwoestbaar optimisme, geloof en vertrouwen. Je reist nooit alleen, ook al reis je alleen. Er is iemand die over je waakt.

Wegen voeren naar een eindpunt, dat dan weer beginpunt wordt. Ik ging niet naar Finisterre -het einde van de wereld waar iedereen na Santiago naar toe ging- maar naar Noya. Noya, omdat het associaties met ‘nieuw’ bracht, met begin. Aan een einde was ik niet toe, zoals ik eigenlijk nooit aan eindes toe ben.
Verder door naar Noya was ineens, in een zinderend moment van absoluut inzicht, alles helder. Dit gaf rust, enige zekerheid, groot plezier en groot optimisme.

De aard van het wezen is onveranderbaar. Bijna 20 jaar na Santiago, bij het herlezen van de tekst, is er in de essentie niets veranderd. Dat geeft rust. De oude vragen blijven er en dat is goed zo. Gaandeweg het verhaal besef dat ik nog steeds dezelfde dingen mooi vind, me nog steeds over dezelfde dingen druk maak en dat nog steeds dezelfde dingen mij raken.

Goed werk heeft tijd nodig, dit ook. Onderweg heb je veel tijd. Om alles te zien en te plaatsen, te begrijpen, te accepteren en er het beste voor je zelf uit te halen. En het daarmee dan ook te doen. Dat is Santiago ook. Dit inzicht verandert het leven niet zozeer, maar zorgt er zo voor dat het mooier leeft.

Het is een bevrijding om op de fiets te stappen. “Van wat?”, is dan de vraag. Van jezelf, van je ambities, visies, ideeen, vanzelfsprekendheden, van de wereld om je heen? In belangrijke mate om het alledaagse achter te laten. Het aardige is dan wel dat wat je doet om het alledaagse achter te laten, het alledaagse wordt. En het weer plezierig kan zijn terug te gaan naar het alledaagse dat je verliet.

Santiago is een reis van rust, ondanks de inspanningen van het lichaam en het zinderen van de geest. Niet alleen de grootsheid van de schepping zien in het kleinste, ook het gevoel ervaren er volledig deel van te zijn. Volgens mij is de kans dat dit je overkomt het grootst als je alleen op pad gaat. Ik denk daarom dat je zo’n exercitie vooral ook een keer alleen moet doen, in het beste geval de eerste keer.

Santiago is daarom veel meer dan het volgen van een weg.
Het kan voor iedereen op zijn eigen manier die weg ver voorbij zijn.
Dat laat De weg voorbij meeslepend en inspirerend zien, met dat ene risico …

Allez vite!